Vijfde bijdrage tot de kennis der ichthyologische fauna van Borneo, met beschrijving van eenige nieuwe soorten van zoetwatervisschen

Pieter Bleeker

Table of Contents (ToC)

  1. Introduction [heading added by snakeheads.org]
  2. Descriptiones Specierum Diagnosticae
  3. Ophicephalus melasoma Blkr.
  4. Ophicephalus marulioides Blkr.
  5. Ophicephalus rhodotaenia Blkr.

Introduction [heading added by snakeheads.org]

Naauwelijks was mijne Vierde bijdrage tot de kennis der vischfauna van Borneo afgedrukt, of eene nieuwe belangrijke verzameling, deze keer ontvangen van Sambas in Westelijk Borneo , en bestaande uit niet minder dan 42 soorten van visschen uit de rivier van Sambas, gaf mij aanleiding, mijne ichthyologische bijdragen betrekkelijk Borneo te vervolgen.

Thans reeds enkele jaren geleden had mijn vriend en ambt genoot de heer Dr. J. EINTROVEN, tijdens zijne plaatsing te Sambas op mijn verzoek, eenige ichthyologische specimina van zijne Montrado , werd de heer EINTHOVEN geplaatst bij de expeditie, bestemd om de oproerige Chinezen tot onderwerping te brengen en nadat deze krijgs togt met gunstigen uitslag was bekroond geworden, beijverde de heer EINTHOVEN zich andermaal , eene verzameling van ichthyologische voorwerpen te maken, welke bij met vriendschappelijke welwillendheid mij aanbood en welke ik het genoegen had dezer dagen te ontvangen.

Deze verzameling is in dubbel opzigt merkwaardig; eensdeels, omdat zij aantoont do groote overeenkomst der ichthyologische fauna van de stroomgebieden van westelijk en zuidoostelijk Borneo en ten andere wegens de bovendien nog vrij talrijke nieuwe soorten, daarin bevat.

De soorten dezer verzameling zijn de volgende, met uitzondering, slechts van Rohita Schlegelii Blkr., Sijnnaptura panoides Blkr. en Pristis zijsron Blkr. , welke, afkomstig van Bandjermassing , in mijne vorige bijdragen niet zijn vermeld. 1

Van de bovengenoemde soorten zijn de 22 met een * geteekende nieuw voor de kennis der fauna van Borneo en tevens nieuw voor. de wetenschap.

[ ... ]

Het is reeds van vrij algemeene bekendheid, dat de fauna en flora van Borneo meer gelijkenis heeft op de fauna en flora van Sumatra dan op die van Java . Voor de vischfiuna evenwel verkeerde men ten dien opzigte nog volkomen in het onzekere. Ik kan thans op grond mijner waarnemingen mededeelen, dat die verwantschap tusschen de faunen van Borneo en Sumatra zich ook uitstrekt tot de vischfaunen van de zoete wateren dier eilanden, welke meer overeenkomst hebben met elkander dan met die van Java . De kennis dezer waarheid heb ik voornamelijk te danken aan mijnen vriend en ambtgenoot den lieer J. M. vAN LEER, die mij zeer onlangs eene uiterst belangrijke verzameling van visschen uit het stroomgebied der Moessi (rivier van Palembang ) heeft doen geworden. In een artikel over do fauna van Sumatra zal ik omtrent dit in een geographisch-zoölogisch opzigt gewigtige punt nader uitweiden.

Ik laat hier al weder eene lijst volgen van de 117 mij thans bekende vischspecies van Borneo , met bijvoeging, voor zooverre zij mij bekend geworden zijn, van de daarvoor op Borneo gebruikelijke inlandsche namen, van de plaats van voorkomen in zoet of zout water, en van de plaatsen buiten Borneo , waar die soorten almede leven. De namen der plaatsen van voorkomen Bandjermassing en Sambas duiden daarbij tevens aan, dat do daarop betrekkelijke soorten in zoet water leven. De bijgevoegde inlandsche namen zijn allen de te Bandjermassing gebruikelijke Maleische .
[ ... ] [ ... ] [ ... ]
19 Ophicephalus striatus Blkr. Bandjermassing, Sambas
20 Ophicephalus pleurophthalmus, Blkr. Bandjermassing, Sambas
21 Ophicephalus lucius, K.v.H. Bandjermassing, Sambas
22 Ophicephalus micropeltes K.v.H. Bandjermassing, Sambas
23 Ophicephalus melasoma Blkr. Sambas
24 Ophicephalus marulioides Blkr. Sambas
25 Ophicephalus rhodothaenia Blkr. Sambas
[ ... ] [ ... ] [ ... ]
42 Philypnoides surakartensis. Blkr. Bandjermassing

Bijkans alle soorten, welke bij voorkeur in zoet water leven, zijn, volgens den tegenwoordigen stand der kennis, tot den Indischen Archipel beperkt. Uitzonderingen daarop maken slechts Anabas scandens CV., Osphromenus olfax Comm. en Ophicephalme striatus Bl. De andere zoetwatersoorten, welke ook in gewesten buiten den Indischen Archipel leven, houden zich evenzeer en zelfs bij voorkeur in zee op, zoo als Platycephalus insidiator Bl., Drepane longimana CV., Toxotes jaculator CV., Equula ensifera CV. en kunnen zich alzoo ligtelijk over uitgestrekte zeeen verbreiden.

Aan de zoete wateren van Borneo , Sumatra en Java zijn gemeen de volgende visschen:

[ ... ]

Borneo en Java daarentegen hebben de volgende zoetwatersoorten met elkander gemeen:

ToC

Descriptiones Specierum Diagnosticae

[ ... ]

Ophicephalus melasoma Blkr.

Ophicephal. corpore elongato antice subcylindrico latiore quam alto, positice commpresso, altitudine 9 circiter in ejus longitudine; Capite 4 1/4 in longitudine corporis, depresso genis convexo; altitudine capitis 1 1/3 in ejus latitudine; linea rostro-frontali convexiuscula; oculis diametro 7 in longitudine capitis, diametris 2 circiter a se invicem distantibus; maxilla inferiore dentibus pluriseriatis, parvis, serie externa antice paulo majoribus, lateribus dentibus aliquot caninis conicis curvatis; maxilla superiore, vomere et palato dentibus pluriseriatis parvis, caninis nullis; maxilla superiore post oculum desinente, 2 et paulo in longitudine capitis; squamis cycloideis lateribus 55 p.m. in serie longitudinali; linea laterali antice et postice rectiuscula, sub radio 12° pinnae dorsalis deflexa; pinnis dorsali et anali postice angulatis, ceteris rotundatis; pectoralibus ventralibus multo longioribus, longitudine capitis partem postocularem aequantibus; caudali 5 1/3 circiter in longitudine corporis; colore toto corpore pinnisque nigro; capite inferne et pinna anali basis flavo guttatis.

C. melasoma, drawing of Bleeker's atlas, table 399, fig. 4Bleeker's drawing of C. melasoma, taken from his famous ichthyological atlas. If you have it in your channa shelf (several hundred thousands Euros;-) go for table 399, fig. 4, else thank God, there is an Internet to save this ichthyological memory.
B.5 D. 1/40 P. 2/14 V. 1/5 A 1/25 C. 12 vel 14 et lat. brev.

Hab. Sambas, in fluviis.
Longitudo. specimis unici 230'''.

Aanm. Deze sort doet zich dadelijk kennen door haar zwart ligchaam en zwarte vinnen, zeer platten kop enz.

ToC

Ophicephalus marulioides Blkr.

C. marulioides, drawing of Bleeker's atlas, table 399, fig. 2Bleeker's drawing of C. marulioides, taken from his famous ichthyological atlas. If you have it in your channa shelf (several hundred thousands Euros;-) go for table 397, fig. 1, else thank God, there is an Internet to save this ichthyological memory.
Ophiceph. corpore elongato antice cylindrico postice compresso, altitudine 7 1/2 circiter in ejus longitudine; Capite prismatico quadrilatero 4 et paulo in longitudine corporis, altitudine capitis 1 1/4 circiter in ejus longitudine; linea rostro-frontali declivi rectiuscula; fronte et vertice planis declivibus; oculis diametro 7 in longitudine capitis, diametris 2 fere a se invicem distantibus; maxilla superiore oculi marginem posteriorem vix superante, 2 1/2 circiter in longitudine capitis, dentibus pluriseriatis parvis caninis nullis; vomere palatoque dentibus pluriseriatis parvis, caninis nullis; squamis cycloideis, lateribus 55 p.m. in serie longitudinali; linea laterali antice rectiuscula, sub radio dorsali 16° valde deflexa; postice recta; pinnis dorsali et anali postice angulatis, longitudine capitis partem postocularem aequantibus et ventralibus multo longioribus; caudali 5 fere in longitudine corporis; colore corpore superne viridi-nigricante-viribus, ventralibus tantum albescentibus; pinna caudali supra basi macula rotunda nigra rubro cincta.
Head of c. marulioides, drawing of Bleeker's atlas, table 397, fig. 1aBleeker's drawing of the head shields of c. marulioides, taken from his famous ichthyological atlas. Drawings of head shields were meant for species identification. Bloch 1793 started with this method and this method is still used.
B.5 D. 1/45 P. 1/17 V. 1/5 A 1/30 C. 14 vel 14 et lat. brev.

Synon.: Ophicephalus iris CV Poiss. VII p. 329? .
Hab. Sambas, in fluviis.
Longitudo. specimis unici 270'''.

Aanm . Deze sort is na verwant aan Ophicephalus marulius Ham. Buch. net welke zij de oogvormige vlek boven aan de basis der staartvin gemeen heft. Ophicephalus marulius heeft evenwel donkere schuinsche dwarsche banden over het ligchaam en de vertikale vinnen, vooral de rugvin, met witte vlekjes geteekend en voor de vinstralen de formulen D. 56. A. 36 (volgens CV. ) of D. 52 ad 54 A. 31 ad 35 (volgens Hamilton Buchanan ).

De korte opgave in de groote Historie naturelle des Poissons betrekkelijk Ophicephalus iris , gedaan naar eene Chinesche teekening, past nagenoeg geheel op het boven beschreven specimen, doch is te onvolledig om over de identiteit der soort te laten oordeelen.

ToC

Ophicephalus rhodotaeniaBlkr.

Ophiceph. corpore elongato, antice depresso latiore quarn ilto, postice compresso, altitudine 8 ad 9 in ejus longitudine; capite prismatico quadrilatero, 4 in longitudine corporis; altitudine capitis 1 1/2 circiter in ejus latitudine; regione operculari convexa; linea rostro-frontali convexiuscula; oculis diametro 5 in longitudine capitis, diametro 1 1/2 a se invicem distantibus; maxilla superiore sub oculo desinente, 2 1/2 circiter in longitudine capitis; dentibus maxillaribus, vomerinis ct palatinis pluriseriatis parvis, caninis nullis; squamis cycloideis, lateribus 50 p. m. in serie longitudinali; linea laterali postice et antico rectiusculi, sub radio dorsali 12° deflexa; pinnis dorsali et anali postice angulatis, pectoralibus caudalique rotundatis; pectoralibus capitis parte postoculari paulo et ventralibus multo longioribus; caudali 4 1/2 circiter in longitudine corporis; colore corpore nigricante-fusco, ventre dilutiore; vitta oculo-caudali rubra recta; pinnis, ventralibus viridescentibus exceptis, nigricantibus, dorsali postice vittis flavescentibus. B.5 D. 1/41 P. 1/13 V. 1/5 A 1/24 C. 12 et lat. brev.

Hab. Sambas, in fluviis.
Longitudo. specimis unici 59'''.

Aanm . Deze soort is naauw verwant in kleuren en stralen aan Ophicephalus serpentinus CV. van Siam. Deze laatste soort heeft den rug zwart, den buik geelachtig en een' slangsgewijzen oogstaartband van eene grijs-blaauwachtige kleur en voorts als vinstralen D. 44. P. 16. A. 26. De jonge exemplaren van Ophicephalus marulius Ham. Buch. hebben insgelijks een' oranjekleurigen oogstaartband, doch de bovenbeschrevene soort wijkt daarvan ten duidelijkste af, vermits Ophicephalus marulius van 52 tot 56 rugvin- en van 31 tot 36 aarsvinstralen heeft en bij de jonge specimina ook het zwarte oog aan de basis der staartvin reeds zigtbaar is.

ToC

[ ... ]

Footnotes

1 If you are interested in the other fishes mentioned in this article by Bleeker take a look onto fishbase.org . (external link: no guarantee for availability) [snakeheads.org]. Back

Acknowledgement and Source(s)

This text was originally published under the above title in: Natuurkundig Tijdschrift van Nederlandsch Indie ; 1851, vol. 02, pp. 415-442.

© 2001 - 2004 snakeheads.org HOME of this page